Pas sinds zo’n zeven decennia geleden is het duiken ontstaan zoals wij dat hedendaags kennen. Toch werd er al lang voordat onze jaartelling begon gedoken. De beweegreden toentertijd waren anders dan die op heden zijn. Waar tegenwoordig vooral om de spanning en ontspanning gedoken wordt zo werd dit vroeger vaak uit noodzaak gedaan. Vroeger werd er gedoken om menselijke- dan wel natuurlijke vijanden te ontvluchten of om eten te verzamelen. Maar naast deze feiten zijn er ook bewijzen dat mensen met andere redenen doken, namelijk nieuwsgierigheid. Men wilde het mysterieuze onderwater leven ontdekken en verkennen.                                                                                         De Griekse filosoof Aristoteles beschreef in de 4de eeuw BC hoe een grote pot gebruikt kon worden om langer te kunnen blijven ademen onder water. De grote zware pot werd omgekeerd het water ingelaten zodat deze niet met water volloopt, maar de lucht vasthoudt. Dit wordt ook wel de ‘Diving Bell’ genoemd.                                                     Later werden er ook duikhelmen gebruikt, vaak in combinatie van een Diving Bell. Zowel de duikhelmen als de methode die Aristoteles beschreef hebben één groot nadeel. De lucht kon niet worden ververst waardoor het door te veel koolstofdioxide al snel gevaarlijk werd.
In de 18de eeuw werd grote vooruitgang geboekt door de introductie van een pomp. Deze pomp ondersteund hierboven genoemde methoden door de Diving Bell te voorzien van continue luchtvoorziening. Hierdoor konden duikers steeds langer veilig onderwater blijven.                                                                                                                          
Pas in de 19e eeuw werden flexibele duikpakken gebruikt. Via een slang werd vanaf de oppervlakte lucht in deze pakken gepompt. In dezelfde eeuw werd ook een systeem ontwikkeld waarbij pure zuurstof werd ingeademd en waarbij de uitgeademde lucht via chemische potas van giftige kooldioxide werd gezuiverd. Daarna werd er weer zuivere zuurstof toegevoegd aan het gas. Pas later werd bekend dat pure zuurstof giftig wordt onder druk.
Pas tegen de 20ste eeuw nam het duiken de vorm aan zoals wij die kennen. De stalen cilinder werd uitgevonden waarbij gas onder hoge druk kon worden samengeperst. In 1943 werd de eerste ademautomaat geïntroduceerd, ontwikkeld door Jacques Cousteau en Emile Gagnan. Natuurlijk zijn de materialen tijdens deze ontwikkelingen in onze ogen nog steeds primitief, maar door de jaren heeft dit concept zich ontwikkeld tot een volwaardige duikmethode, zoals wij die hedendaags kennen.

 

In 1976 ben ik voor het eerst met de duiksport in aanraking gekomen welke toen nog redelijk onbekend was bij het grote publiek. Ik volgde een opleiding bij de duikclub toen nog Standaard CLAS nu CLAS (Centre Liègeois d'Activités Subaquatiquedie) welke een onderdeel was van de Belgisch federatie Febras/Befos de originele federatie van onze twee liga’s. De twee liga’s zijn opgesplitst in een Nederlandstalige en een Franstalige liga.

Deze twee federatie vallen weer onder het overkoepelend wereld orgaan het CMAS = Confederation Mondiale des Activites Subaquatiques. In 1981 behaalde ik mijn instructeurs brevet.

In mijn duikcarrière heb ik al heel wat werelddelen mogen bezoeken met prachtige duikbestemmingen zoals Azië, Micronesië, Afrika, Zuid en Midden Amerika en natuurlijk Europa. Elk duikgebied kent haar eigen schoonheid.              Onze vereniging heeft een eigen groeve, La Gombe  in Esneux ca. 30 km ten zuiden van Luik waar iedere week gedoken wordt. De zandsteengroeve La Gombe ligt vlakbij de rivier “De Ourthe”, niet ver van het pittoreske Esneux en wordt gerekend bij de mooiste groeves van België. La Gombe is een klein gehucht van de gemeente Esneux, gelegen in de regio van Luik. CLAS heeft zijn onderkomen gevonden in de steengroeve van La Gombe, ze zijn ingetrokken in de oude mijn gebouwen.